In dit 5e artikel over kwalitatief installeren gaan we dieper in op hoe dak-gerelateerde factoren van invloed zijn op het ontwerp van een veilig PV-systeem.
Als je tijdens het ontwerpen van je PV-systeem geen rekening houdt met specifieke eigenschappen van het dak, kun je een verhoogd risico lopen op schade aan je systeem of dak, als er zich een storm voordoet. In een eerder bericht gaven we al het algemene belang aan van een goede voorinspectie of schouw, voordat je gaat ontwerpen. Nu gaan we iets dieper in op dak gerelateerde aspecten.
Wat is nu precies een plat dak? De NEN-EN 1991 benoemt als plat dak een dak met een helling met de horizontaal tussen -5 en +5 graden. Voor montagesystemen op platte daken is de hellingshoek met name van belang om te kunnen bepalen of het systeem gaat ‘wandelen’ bij storm. Bij een bepaalde hoek adviseren fabrikanten om de montagesystemen te verlijmen of te verankeren.
Bij schuine daken is de hellingshoek vooral van belang om de (gecombineerde) impact van winddruk en sneeuwdruk vast te stellen. En dat bepaalt uiteindelijk weer de hoeveelheid materiaal die nodig is om de panelen veilig op hun plek te houden. In het algemeen geldt: hoe lager de hellingsgraad van een schuin dak, des te minder winddruk op de panelen maar hoe hoger eventuele sneeuwbelasting. En bij een bepaalde (hoge) hellingsgraad gaan er andere krachten op de bevestigingsmaterialen de overhand krijgen. Dan kan er een maximale hellingsgraad gelden voor een bepaald systeem omdat het niet ontworpen is om het gewicht van de gehele installatie verticaal te kunnen dragen.
Ook ‘vergeet’ men wel eens om rekening te houden met een bolling van het dak of met een nok of goot van een plat dak. Dan zal je toch het ontwerp moet aanpassen: de velden moeten opgebroken worden in kleinere. Dat leidt tot meer ballast door onderbreking van de stijfheid van het veld. En waarschijnlijk betekent dit ook dat je minder panelen op het dak kwijt kunt dan eerder gedacht.
Verschillende soorten dakbedekking hebben verschillende mate van wrijving. En dat beïnvloedt dus de mate van mogelijke verschuiving van het PV-systeem door wind. Bitumen is bijvoorbeeld vrij ruw in vergelijking met PVC. Hoe hoger de wrijvingscoëfficiënt van het dak, hoe minder kans op beweging van het systeem door wind. En dat kan betekenen dat je minder hoeft te ballasteren. Dakmembranen zoals TPO kunnen dan weer erg glad zijn. Om een hogere wrijvingscoëfficiënt te bevorderen kun je op dit soort daken met matjes werken, die onder de voeten van het montagesysteem geplaatst kunnen worden. Dat zorgt voor minder kans op schuiven van het systeem. Er is dan ook minder ballast nodig. Extra ballast is dan niet meer nodig.
In het volgende artikel gaan we verder over de rol van zonnepanelen. Welke factoren van het zonnepaneel zijn van invloed op een veilig ontwerp van je PV-systeem?
Dieuwke Boersma
Chief Technology Officer Esdec Solar Group
Goed om nog even te herhalen is dat het ook belangrijk is om de kwaliteit van het geïnstalleerde dakmateriaal te (laten) controleren, bij de schouw. Bij PVC-dakbedekking bijvoorbeeld, wordt de PVC in brede banen op het dak aangebracht. Deze banen worden verlijmd of (gedeeltelijk) mechanisch aan het dak bevestigd. Volgens voorschriften van de leverancier kan het zijn dat de PVC-banen op een bepaalde manier gelegd moeten worden om te voorkomen dat de wind vat krijgt op één lange strook. Want dan kan, bijvoorbeeld doordat er een windvlaag onder komt, een PVC baan opbollen en schade aan het dak en PV-systeem veroorzaken.